Doorgaan naar hoofdcontent

Taalspelletje: 'opleggertje'

Wat zijn zinsdelen toch lastig hé?
Er moet veel mee geoefend worden, maar hoe?

Een paar dagen terug vond ik een leuk spel. Het heet 'opleggertje'.
Officieel komt het uit: Keja, H. (1984). Zinspelen: taalspelletjes in de kleine groep. 's-Hertogenbosch: Malmberg.

Het spel opleggertje is heel leuk en heeft als doel om kinderen kennis te laten maken met zinsdelen. Ook zien kinderen door dit spel dat een lang zinsdeel vervangen kan worden door één woord.

Hoe werkt het?
Het spelletje ‘opleggertje’ wordt gespeeld in een klein groepje.
De zinstrook wordt neergelegd en om de beurt mogen de spelers een kaartje op de oorspronkelijke zin leggen. De enige voorwaarde is dat het steeds een goede zin moet blijven.

Degene die als eerste al zijn kaartjes kwijt is, is de winnaar!

Ik heb twee documenten gemaakt met zinstroken en kaartjes.
Het ene document is in de tegenwoordige tijd, het andere document in de verleden tijd.

Ook zitten er een aantal lege zinstroken en kaartjes bij om door de kinderen in te laten vullen.
Klik hier (tt) en hier (vt) of op onderstaande plaatjes om de documenten te downloaden.


https://drive.google.com/file/d/0B9i-gVyDFheZbjBiaHhXOGNjUmM/view?usp=sharing


https://drive.google.com/file/d/0B9i-gVyDFheZdEM2N3k4YUczbUk/view?usp=sharing



Ik heb 'm zelf gemaakt, dus mocht hij niet goed werken, hoor ik het graag!

Veel speelplezier!

Reacties